Zorg
Programmabeschrijving
De gemeente Hilversum kiest ervoor er aan bij te dragen dat Hilversummers voldoende ontplooiingsmogelijkheden hebben binnen hun eigen leefomgeving. Zo kunnen ze meedoen aan de samenleving. Hierdoor wordt de kwaliteit van hun leven beter én de samenleving sterker. Kwetsbare inwoners kunnen daarbij rekenen op zorg en ondersteuning. De nieuwe Visie Sociaal Domein 2017-2021, omschrijft op welke wijze wij dat in Hilversum gaan doen. In het begrotingsprogramma Zorg hebben we deze visie doorvertaald naar drie hoofdthema’s: Publieke gezondheid, Preventie jeugd & Onderwijs, Geïndiceerde zorg.
Thema's in het programma
Thema
Publieke gezondheid
../Programma verantwoording/Zorg/Thema's/Publieke gezondheid
Bedragen x € 1.000 (- = voordeel, zonder teken = nadeel)
Lasten
Baten
Saldo
Begroting na wijziging
9.412
-129
9.283
Realisatie
9.467
-555
8.911
Verschil (realisatie t.o.v. gewijzigde begroting)
55
-426
-372
In de publieke gezondheid staat het bijdragen aan een gezonde en sociale samenleving centraal. De gemeente investeert in voorlichting over een gezonde leefstijl en in preventie op dit vlak. Daarmee hopen we dat (specialistische) vormen van ondersteuning niet of minder snel nodig zijn. Ook willen we bewerkstelligen dat zowel inwoners als maatschappelijke organisatie zich gaan realiseren dat ieder individu zelf verantwoordelijk is voor het inrichten van zijn of haar leven. In dit kader neemt de gemeente haar verantwoordelijkheid inwoners goed te informeren, de dialoog tot stand te brengen, en kennisdeling en samenwerking tussen allerlei partijen te bevorderen. Dit organiseren en faciliteren we. Tegelijkertijd verwachten we iets terug van de inwoners en maatschappelijke organisaties in de vorm van (nog) meer betrokkenheid bij de samenleving.
#
Lasten
Baten
Saldo
1
Loon- en afdelingskosten
288
-26
262
2
Huur Centrum Jeugd en Gezin
-60
-60
3
Mantelzorg waardering
-210
-210
4
Welzijn
-227
-55
-282
5
Regionale Samenwerkingsagenda (RSA)
-150
-150
6
Vluchteling
200
-150
50
7
Project multi probleem huishoudens
-20
-20
8
Overige verschillen
234
-195
39
Totaal verschil
55
-426
-372
- Hogere of lagere loon- en overige organisatiekosten worden centraal toegelicht in de paragraaf Bedrijfsvoering in deze jaarrekening
- De lagere huurlasten voor het Centrum Jeugd en Gezin waren in 2017 budgettair nog niet verwerkt. De begroting zal hierop worden aangepast.
- In 2017 is er veel publiciteit gegeven aan de mantelzorgwaardering. Het aantal waarderingen is als gevolg hiervan toegenomen tot 950 (was in 2016 800). Ten opzichte van het budget resulteert dit net zo als voorgaande jaren tot een onderbesteding. Zoals verwoord bij de activiteiten bij ambitie 2 van dit thema (Stimuleren en ondersteunen van mantelzorgers) is eind 2017 samen met het samenwerkingsverband van zorg & welzijnsorganisaties bekeken hoe de waardering van mantelzorgers verder verbeterd kan worden.
- Bij de kadernota 2017 zijn de bezuinigingen op welzijn deels teruggedraaid en is voor 2017 een investeringsbudget verleend van € 300.000. In 2017 is een investeringsplan voor ‘Sociaal werk & algemene voorzieningen in de wijken’ opgesteld dat gedragen wordt door welzijn -en zorgpartners. Dit plan gaat in 2018 en 2019 uitgevoerd worden. De in 2017 toegevoegde middelen zijn niet gebruikt en vallen terug naar de algemene middelen.
- De extra inzet vanuit de Regionale Samenwerkingsagenda (RSA) heeft in 2017 nog niet tot extra uitgaven geleid. De bijbehorende onttrekking vanuit de reserve sociaal domein heeft derhalve ook niet plaatsgevonden. De Raad wordt middels een overhevelingsvoorstel gevraagd het budget over te hevelen naar 2018.
- In 2017 hebben zowel Stichting Vluchtelingenwerkgroep G&V als Vluchtelingenwerk Midden-Nederland subsidie ontvangen, die wordt afgerekend op basis van het aantal geholpen statushouders. De financiering van deze subsidies liep tot en met september via het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) en vanaf oktober via de algemene uitkering. Het nadeel wordt m.n. verklaard doordat de gewijzigde financieringssystematiek niet budgettair is verwerkt (zie raadinformatiebrief 2018-1 (decembercirculaire).
- Het project multi-probleem huishouden is succesvol afgerond en de leerpunten zullen geïmplementeerd worden binnen de reguliere werkzaamheden. Voor 2018 worden nog enkele lasten verwacht ter afwikkeling. De Raad wordt middels een overhevelingsvoorstel gevraagd het budget over te hevelen naar 2018.
- Hogere of lagere loon- en overige organisatiekosten worden centraal toegelicht in de paragraaf Bedrijfsvoering in deze jaarrekening
Thema
Preventie jeugd & onderwijs
../Programma verantwoording/Zorg/Thema's/Preventie jeugd & onderwijs
Bedragen x € 1.000 (- = voordeel, zonder teken = nadeel)
Lasten
Baten
Saldo
Begroting na wijziging
13.820
-2.659
11.161
Realisatie
13.239
-2.664
10.575
Verschil (realisatie t.o.v. gewijzigde begroting)
-580
-5
-586
#
Lasten
Baten
Saldo
1
Loon- en afdelingskosten
80
-13
67
2
Leerlingen vervoer
-178
-178
3
O.A.B.
-185
185
0
4
R.M.C.
-65
-65
5
Behoud/versterken MBO HBO
-50
-50
6
Kinderopvang
-75
-75
7
Peuterspeelzalen
-93
-93
8
Beheer en onderhoud kinderdagverblijf en peuterspeelzalen
-55
-55
9
Beheer en onderhoud onderwijshuisvesting
-71
-71
10
Overige verschillen
-8
-57
-66
Totaal verschil
-580
-5
-586
- Hogere of lagere loon- en overige organisatiekosten worden centraal toegelicht in de paragraaf Bedrijfsvoering in deze jaarrekening
- In 2017 zijn de controles op de declaraties leerlingenvervoer aangescherpt. Daarnaast zijn de voorwaarden om in aanmerking te komen voor leerlingenvervoer gewijzigd en is er meer aandacht voor zelfstandig reizen. Dit heeft een voordelig saldo van € 178.000 tot gevolg.
- Ten behoeve van het onderwijskansenbeleid (O.K.B, voorheen O.A.B) wordt vanuit het rijk een specifieke uitkering ontvangen. De lasten in 2017 zijn lager uitgevallen dan oorspronkelijk begroot. De niet uitgegeven middelen blijven beschikbaar voor 2018.
- Ten behoeve van het voorkomen en terugdringen van het voortijdig schoolverlaten worden vanuit het rijk Regionale Meld- en Coördinatiepunt (RMC) gelden ontvangen. In 2017 zijn hiervoor meer middelen ontvangen dan begroot.
- Ter versterking van de MBO hebben MBO College en de gemeente Hilversum opdracht gegeven naar een haalbaarheidsonderzoek van de Pilot wijk leerbedrijf. De resultaten van het onderzoek zijn de aanleiding om begin 2018 een tweejarige pilot te starten, derhalve worden de lasten in 2018 verwacht in plaats van 2017 (zie ook raadinformatiebrief 2017-87). De Raad wordt middels een overhevelingsvoorstel gevraagd het budget over te hevelen naar 2018.
- Het overschot van € 75.000 heeft voornamelijk te maken met lagere uitgaven voor de inspecties kinderopvang en voor handhaving. Deze kosten waren voor 2017 hoger ingeschat. Voor 2018 gaan we uit van een gelijk budget voor de inspecties kinderopvang en handhaving. Voor 2018 zijn nieuwe en uitgebreidere inspectie-items voor de GGD vastgesteld door de rijksoverheid. Daarnaast heeft de gemeente een deel van de handhavingstaak ook bij de GGD neergelegd. De overeenkomst hiervoor zal in 2018 worden geëvalueerd.
- Het overschot van € 93.000 is het extra budget dat de rijksoverheid in 2017 beschikbaar heeft gesteld voor de uitbreiding van het aantal kinderen dat een peuterspeelzaal bezoekt. De besteding van dit budget heeft vertraging opgelopen door de tijdsinvesteringen voor de ontwikkeling van het onderwijskansenbeleid. In 2018 gaan we ons richten op het bereiken van alle peuters. We gaan actief alle ouders voorlichten over het belang van het peuterspeelzaalwerk voor de ontwikkeling van de peuters én over de betaalbaarheid hiervan.
- In 2017 zijn de panden aan de Koninginneweg en Hoflaan verkocht. Het verlies aan huurinkomsten is tussentijds verwerkt in de begroting, in januari en februari is er echter nog wel huur ontvangen. De huurinkomsten van enkele andere panden zijn licht gestegen door indexatie.
- De uitgaven voor beheer en onderhoud van onderwijshuisvesting zijn lager dan begroot en betreft minder betaalde belastingen en betaalde pachten.
- Hogere of lagere loon- en overige organisatiekosten worden centraal toegelicht in de paragraaf Bedrijfsvoering in deze jaarrekening
Thema
Geïndiceerde zorg
../Programma verantwoording/Zorg/Thema's/Geïndiceerde zorg
Bedragen x € 1.000 (- = voordeel, zonder teken = nadeel)
Lasten
Baten
Saldo
Begroting na wijziging
54.404
-3.118
51.286
Realisatie
56.719
-2.594
54.125
Verschil (realisatie t.o.v. gewijzigde begroting)
2.315
524
2.839
De gemeente is verantwoordelijk voor het bieden van ondersteuning en het doorgeleiden naar zorg aan inwoners die dat nodig hebben. Het Sociaal Plein vormt hierbij de spil tussen de verschillende vormen van ondersteuning en dienstverlening. Het adequaat toewijzen van voorzieningen waarbij maatwerk, kwaliteit en kosten gelijktijdig worden afgewogen is de kern. In voorkomende gevallen verwijzen wij door naar organisaties met specialistische kennis.
#
Lasten
Baten
Saldo
1
Loon- en afdelingskosten
-271
-57
-328
2
Eigen bijdrage geïndiceerde zorg
585
585
3
Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
855
855
4
Jeugdwet
1.818
1.818
5
Overige verschillen
-87
-4
-91
Totaal verschil
2.315
524
2.839
- Hogere of lagere loon- en overige organisatiekosten worden centraal toegelicht in de paragraaf Bedrijfsvoering in deze jaarrekening.
- De lagere inkomsten van € 585.000 hebben betrekking op de ontvangen eigen bijdragen op de geïndiceerde zorg. Ook ten opzichte van vorig jaar is er minder ontvangen. Dit is mede het gevolg van landelijk beleid. De precieze oorzaak van de lagere eigen bijdragen is moeilijk aan te geven, omdat de wetgever heeft bepaald dat de berekening, oplegging en incasso van deze eigen bijdragen wordt uitgevoerd door het CAK.
De informatie van het CAK (om privacy-redenen beperkt) is ontoereikend om als gemeente de juistheid op persoonsniveau en de volledigheid van de eigen bijdragen als geheel te kunnen vaststellen. Door de systematiek te kiezen van het vaststellen van de eigen bijdragen door het CAK, heeft de wetgever in feite bepaald dat de verantwoordelijkheid voor de juistheid en volledigheid van de eigen bijdragen op grond van de WMO geen gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Dit betekent dat door de gemeenten geen zekerheden omtrent omvang en hoogte van de eigen bijdragen kunnen worden verkregen. - Binnen de WMO wordt voor € 13,5 miljoen aan diverse soorten zorg aangeboden (begroting € 12,6 miljoen). Het nadeel ten opzichte van de begroting van € 855.000 wordt met name verklaard door de aangeboden begeleiding en dagopvang. Ten opzichte van 2016 betekent dit echter slechts een lichte stijging in de lasten. Het uitvoeringsplan ontmoeting en ondersteuning in de wijken dat kortgeleden is vastgesteld is er op gericht de druk op de begeleiding en dagopvang te verminderen.
- Binnen de Jeugdwet wordt voor € 15,2 miljoen aan zorg aangeboden (begroting € 13,4 miljoen). Het nadeel ten opzichte van de begroting van € 1.818.000 wordt onder andere verklaard door volgende gebeurtenissen:
- Voor een deel van de uitvoering van de Jeugdwet is in 2017 overgegaan van subsidie op inkoop, waardoor er een open-einde-situatie is ontstaan.
- Ten aanzien van de jeugd GGZ wordt in 2018 de zogenaamde DBC financieringssystematiek losgelaten. Tot en met 2017 mochten de zorgleveranciers pas factureren wanneer het traject van zorg was afgerond. Vanaf 2018 dient de geleverde zorg maandelijks gefactureerd te worden. Als voorbereiding op 2018 zijn eind 2017 alle trajecten financieel afgesloten. Dit heeft een verhogend effect op de lasten 2017.
- Er is sprake van een autonome groei. Er waren meer aanvragen voor jeugdhulp bij het Sociaal Plein, dit heeft onder meer te maken met de toegenomen bekendheid. Wat de financiële omvang hiervan is, is moeilijk te bepalen vanwege de samenloop met bovenstaande ontwikkelingen.
- Een belangrijk deel van de jeugdhulp wordt ingezet door rechtsgeldige verwijzers, zoals huisartsen en gecertificeerde instellingen. Met name GGZ-behandelingen worden door huisartsen ingezet en dure verblijfsplekken door de gecertificeerde instellingen. De gemeente heeft beperkte invloed op de toewijzing van deze indicaties.
- Hogere of lagere loon- en overige organisatiekosten worden centraal toegelicht in de paragraaf Bedrijfsvoering in deze jaarrekening.